Rachamim (spreek uit: Ràtjaamiem) is het Hebreeuwse woord voor barmhartigheid. Hoewel er onmetelijk veel te schrijven is over barmhartigheid, hieronder een (beperkt) overzicht.
Het woord “rachamim” is afgeleid van rèchèm, letterlijk vertaald als ‘moederschoot’. Het gaat dus om houden van de ander, zoals een moeder houdt van haar kind. Je bent met heel je hart betrokken op de (nood van een) ander. Maar je hebt niet alleen medelijden (in die zin dat je met iemand ‘meelijdt’), je bent ook actief betrokken en helpt deze persoon.
God maakt Zich bekend
Het woord rachamim komen we maar liefst 89 keer tegen in het oude testament. Allereerst en vooral vertelt God iets over Zichzelf met deze woorden. Zo is God barmhartig, zelfs na grove zonden van het volk (Ex. 34:6); verzamelt God Zijn kinderen bij Zich, zoals een moeder dat doet (Jes. 54:6); en ontfermt God Zich over Zijn kinderen, zoals een vader dat doet (Psalm 103:13).
Jezus is innerlijk met ontferming bewogen
In het nieuwe testament komen we daarnaast regelmatig de uitspraak “innerlijk met ontferming bewogen” tegen. Dit is een andere vertaling van een Grieks woord dat vergelijkbaar is met rachamim. Zo is Jezus innerlijk met ontferming bewogen bij zieken (o.a. Mark 1:41 en Matt. 14:14); bij hongerigen (Matt. 15:32 en Mark. 8:2); bij blinden (Matt. 20:34); en bij mensen die een geliefde zijn verloren (o.a. Luk. 7:13). In al deze gevallen vertaalt deze ontferming zich tot een wonder waarmee de mensen zijn geholpen.
Jezus’ gelijkenissen
Ook gebruikt Jezus het thema ontferming in 3 gelijkenissen. De eerste is de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan die zich ontfermt over zijn vijand. Dit doet hij door hem lichamelijk te verzorgen en door hem vervolgens van verdere zorg te laten voorzien (Lukas 10:25-37). De tweede gelijkenis gaat over een heer die zijn dienaar de schuld kwijtscheldt wanneer hij deze niet terug kan betalen (Matt. 18:27). De laatste gelijkenis gaat over een vader die dagelijks uitziet naar zijn zoon die bij hem is weggelopen (Luk. 15:11-31).
Oproep tot barmhartigheid
Behalve de vele voorbeelden van barmhartigheid en ontferming, klinkt ook regelmatig de concrete oproep om barmhartig te zijn. Bijvoorbeeld: Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is (Luk. 6:36); Ik wil barmhartigheid en geen offer (Matt. 9:13); wees ten opzichte van elkaar barmhartig (Ef. 4:32); wees barmhartig (1 Petr. 3:8); bewijs barmhartigheid (Zach. 7:9); en kleed u zich met ontferming (Kol. 3:12).
In de praktijk
Deze rachamim wil ik in de praktijk brengen! Een paar praktische voorbeelden om dan toe te passen zijn al ter sprake gekomen.
- De liefde blijft, ongeacht iemands gedrag.
- Kinderen hebben de aanwezigheid en ontferming van ouders nodig.
- Sta open voor zieken, blinden, rouwenden, …
- Bied zelf zorg, of neem verantwoordelijkheid voor passende zorg.
- Zet geld, tijd en energie belangeloos in voor anderen.
- Zie uit naar mensen die wellicht bij je terug willen komen.
Daarnaast geeft God in Zijn Woord nog enkele concrete handvatten om barmhartig te zijn.
- Laat mensen niet los (Deut. 4:31)
- Kijk niet weg (2 Kron. 30:9)
- Verlaat mensen niet (Neh. 9:17)
- Verlos mensen van tegenstand (Neh. 9:27)
- Vergeef verkeerd gedrag (Ps. 51:2)
Maar het meest concreet wordt Jezus Zelf in Mattheus 25. Daar benoemt hij 6 daden van barmhartigheid.
- Geef de hongerigen te eten: help iedereen aan de menselijke levensstandaard.
- Geef de dorstigen te drinken: draag bij aan schoon water voor alles en iedereen die dat nodig heeft. Maar ook: zoals Jezus water in wijn veranderde, mogen wij bijdragen aan vreugde in het leven van mensen.
- Kleed de naakten: Bescherm mensen tegen schande, kom voor ze op.
- Herberg de vreemden: Wees gastvrij voor iedereen.
- Bezoek de zieken: wees nabij en geef deze mensen een weg terug naar de maatschappij.
- Bezoek de gevangenen: Wees solidair met gevangenen in de gevangenis of in hun eigen psyche. Heb begrip voor deze nood en weet je ervan bewust dat jij ook in deze situatie had kunnen zitten.
Kortom: wees barmhartig!