
Wilt u nu van het gezag niets te vrezen hebben, doe het goede en u zult er lof van ontvangen.
Romeinen 13:3
15 november 2025
SKJ – Stichting Kwaliteitsregister Jeugdhulp. Ik heb er een haat-liefde verhouding mee. Kwaliteit, bijscholing, toezicht: terecht! Maar in hoeverre daar sprake van is, kan je je, met alle persberichten van de afgelopen tijd, natuurlijk afvragen. Maar is alle kritiek terecht en hoe verhoudt ik me daartoe als christen?
Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen. Want voor de overheid hoeft men niet te vrezen, wanneer men goede werken doet, maar wel als men kwade werken doet. Wilt u nu van het gezag niets te vrezen hebben, doe het goede en u zult er lof van ontvangen. Zij is immers Gods dienares, u ten goede. Als u echter kwaad doet, vrees dan, want zij draagt het zwaard niet zonder reden. Zij is namelijk Gods dienares, een wreekster tot straf voor hem die het kwade doet. Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen omwille van de straf, maar ook omwille van het geweten. Om die reden immers betaalt u ook belastingen. Het zijn namelijk dienaars van God, die juist daarmee voortdurend bezig zijn. Geef dus aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt. (Romeinen 13:1-7)
Voor de meesten van ons zal dit een bekend Bijbelgedeelte zijn. Hij wordt veelvuldig aangehaald als het gaat over luisteren naar de Nederlandse wet, naar de overheid, naar hulpdiensten. Hij wordt aangehaald bij de uitleg van het vierde gebod: eer uw vader en uw moeder. Maar hij is hier ook van toepassing. Want wist u dat het SKJ (maar ook bijvoorbeeld de beroepscode Social Work) door de overheid erkend is om de kwaliteit van jeugdzorg te waarborgen? En dat het toezichtkader van Inspectie van Gezondheidszorg en Jeugd (een overheidsinstelling!) voor een groot deel overeenkomt met de eisen en verwachtingen van SKJ? We doen er dus, als christen, goed aan om te kijken wat God ons te vertellen heeft over omgaan met de gezagsdragers.
Door God ingesteld
Alle gezag is door God ingesteld. Onze overheid is door God ingesteld. De inspectie is door God ingesteld. En daarmee hebben wij ons daaraan te onderwerpen. Doen we dat niet, dan halen we een oordeel over onszelf, lezen we hier in Romeinen. Ik mijn gedachte klinkt er “punt”. Ik denk terug aan mijn eigen ervaringen met SKJ en mijn ervaringen met het inspectiebezoek. En dan raakt me het vervolg. “want voor de overheid hoeft men niet te vrezen als men goede werken doet”. Als ik me dus verzet tegen SKJ of tegen inspectie. Wat heb ik dan te verbergen? Waar ben ik bang voor? Er is volgens de Bijbel maar één reden om me tegen een overheid te verzetten: Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen (Handelingen 5:29). Dus als ik me verzet tegen SKJ en tegen Inspectie; kan ik dan beargumenteren dat hun werk goddeloos is? Dat zij iets van mij vragen wat tegen Gods wil in gaat?
Bescherming
De overheid wordt hier door Paulus “Gods dienares, ons ten goede” genoemd. De overheid draagt het zwaard ter bescherming van ons. SKJ en Inspectie zijn er niet om ons te belasten, te belemmeren, onnodige dingen op te leggen. SKJ en Inspectie zijn er om ons als jeugdzorgprofessionals én de kinderen te beschermen tegen het kwaad. Tegen het kwaad van buitenaf, maar ook tegen het kwaad uit onszelf. SKJ en Inspectie helpen ons om kritiek van anderen te weerleggen, om ons in te dekken als dat nodig is. SKJ en Inspectie helpen ons om scherp te zijn, te blijven leren, bewust bezig te zijn met onze kwaliteit. Het is aan jou als jeugdprofessional hoe je hiermee omgaat. Moet je verplichte punten halen voor SKJ, of wil je blijven leren omdat de kwetsbare kinderen dat verdienen? Is Inspectie onrechtvaardig, of zie je de leerpunten en ontwikkelmogelijkheden voor jezelf?
In verzet
En ja, daarbij worden fouten gemaakt. Dat hadden we al vanaf de zondeval kunnen verwachten, maar is dat een reden om ons te verzetten? Wij zijn allemaal zondig en maken allemaal fouten, wat zal er dan veel verzet zijn. Maar zijn wij als christenen niet geroepen om de genade en liefde van God uit te stralen? Om een lichtend licht en een zoutend zout te zijn? Dat betekent niet dat we alles maar moeten bedekken. Dat betekent wel dat we iemand aanspreken op fouten, eerst individueel, daarna met een getuige, daarna met de grote groep; dit alles om ze voor God te winnen (naar aanleiding van Mattheüs 18). Dus willen we kritiek uiten en winnen, of gaan we constructief en liefdevol in gesprek, uitgaande van een komende verbetering?
Doe het goede…
…en u zult er lof van ontvangen. Wat heb ik te vrezen als ik het goede doe? Ik denk opnieuw terug aan mijn eigen strijd met SKJ. Ik was het écht niet eens met hun scholingsadvies. Inmiddels, jaren later, volg ik het toch op. En mensen wat leer ik veel, wat word ik hier een betere professional van. En een beter christen. Want blijkbaar was mijn verzet jaren geleden vooral gestoeld op hoogmoed. Inmiddels heb ik ook een inspectiebezoek achter de rug. Wat was ik boos dat ik eruit gepikt werd, net gestart, in een heftige situatie. Maar ik deed het goede, en heb de lof ervan mogen ontvangen.
God zij de dank en eer dat hij overheden geeft om ons scherp te houden. En als er dan fouten worden gemaakt: God zij de dank en eer dat wij iets mogen laten zien van Zijn liefde en Zijn genade!