
Dit is een sprong in het diepe
Met mijn ogen open
Een stap die me uitdaagt
Om weer te geloven
‘t Is spannend het is eng
Maar sinds wanneer is dat een reden
Om iets niet te doen
Uit “sprong in het diepe” van Matthijn Buwalda
11 oktober 2025
Ik kan het me nog goed herinneren. De eerste keer dat mijn eigen biologische zoon het slachtoffer werd van grensoverschrijdend gedraag door een geplaatst kind. Je weet van te voren dat de kans groot is dat het een keer gebeurt. Maar zo snel, en zo heftig. Dat had ik niet verwacht. Ik reageerde boven verwachting professioneel, betrok de juiste mensen en ging in gesprek. Toen begon het getouwtrek. Want wanneer is iets grensoverschrijdend? Wanneer is welke consequentie gepast? Er werden allerlei methodieken bij gehaald. Maar wat heeft de Bijbel mij te zeggen over grensoverschrijdend gedrag? Waar is de balans tussen zorg en empathie voor de ander, en mijn eigen grenzen?
Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar verteerd wordt. Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet. Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven. (Galaten 5:13-21)
Afstemmen
“Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, maar dien elkaar door de liefde”. God heeft ons vrijheid gegeven om onze eigen keuzes te maken. We mogen onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar dat alles heeft maar één doel: leven tot Gods eer. En dát doen we door elkaar te dienen door de liefde. De vraag is dus niet: “waar is de grens?”, maar “hoe dien ik de ander?”. Wat hierbij opvalt is dat Paulus deze opdracht koppelt aan een deel van het grote gebod: “u zult uw naaste liefhebben als uzelf”. Het belang van je eigen grenzen en het belang van de grenzen van de ander zijn dus even groot. Grensoverschrijdend gedrag gaat dus over het afstemmen op elkaars grenzen. Binnen je eigen grenzen zoveel als mogelijk rekening houden met de grenzen van de ander.
In balans
Als we rekening houden met de grenzen van alle betrokkenen, leven we uit de Geest. Maar Paulus trekt hier ook de lijn naar de werken van het vlees. Een hele lijst van dingen waarvan de oorzaak ligt bij eigen belang, bij eigen plezier. Van nature zijn we geneigd voor onszelf te gaan, Onze eigen grenzen (of plezier) belangrijker te vinden dan de grenzen van de ander. En het gevolg is groot: we zullen het Koninkrijk van God niet beërven. De kunst is dus om het belang van alle grenzen weer in balans te brengen.
Offer aan God
Ik ben vast niet de enige bij wie het nu begint te jeuken. “Mijn eigen grenzen belangrijker dan die van de ander? Ik stel mijn hele huis, mijn hele leven open voor de ander!”. Tenminste, dat is de gedachte die bij mij meteen op popt. En terwijl ik dit typ, popt meteen een tweede gedachte op: “Maar voor wie doe ik dat eigenlijk? Voor de ander? Of voor iemand Iemand anders?”
Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed? Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen? En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan. (Mattheüs 25:34-40)
Alles wat ik voor de minste doe, doe ik voor God. Ik stel mijn huis niet open voor het kind, ik stel mijn huis open voor God. Ik stel mijn leven niet open voor het kind, ik offer mijn leven aan God. Het moet mij om Hem te doen zijn!
Gods kracht
God vraagt mij om de ander te dienen, binnen mijn eigen grenzen. Dan blijft de vraag alleen nog over: “waar is mijn grens?”. En dan mogen we vertrouwen op de kracht van God. Want God zal ons niks laten overkomen wat wij niet aankunnen (1 Korinthe 10:13). Híj zal ook de uitkomst geven! Durven we daar nog op te vertrouwen? Durven we het risico soms te nemen en te geloven dat God ook de uitkomst zal geven? En dat betekent niet dat we onze grenzen moeten oprekken, maar dat betekent wél dat we kritisch mogen vragen: “is dit mijn grens of is dit mijn ongemak?”. Dit betekent wel dat we soms de moeilijke weg gaan, vertrouwend op Gods kracht. Voor Hem is niets te wonderlijk!