
U geeft me alles wat ik nodig heb
Dat geloof ik en daar mag ik op vertrouwen
Uw wegen zijn soms ondoorgrondelijk
Maar Heer, op U wil ik mijn leven bouwen
Uit “Alles wat ik nodig heb” van Lars Gerfen
12 juli 2025
Wat heb jij allemaal al over je heen gekregen? Soms direct: “Je bent mijn moeder niet!”; “Gezinshuisouder?! Dat is makkelijk geld verdienen.” Soms via de kinderen: “ze zorgt niet goed voor je!” ; “als ze een goede moeder was, dan zou ze wel…” Soms achter je rug: “zie je wat zij doet met haar kinderen? Zo voed je toch niet op!?!” En dan heb ik het nog niet over alle scheldwoorden en beschuldigingen die weleens door het huis vliegen. Je kan je als gezinshuisouder gemakkelijk vernederd voelen; het gevoel hebben dat je toch tekortschiet. Een tekst uit Filippenzen 4 sprak me deze week dan ook erg aan.
En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden. Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft. (Filippenzen 4:12-13)
We lezen hier de woorden van Paulus en Timotheüs. Zij weten wat het is om vernederd te worden. Maar we lezen hier ook het Woord van God. Hij weet wat het is om vernederd te worden. Hij deed niks verkeerd, maar werd ondanks dat bespot en uitgelachen. Jezus kan met ons meeleven als wij ons bespot of vernederd voelen. Het verdragen van dit gevoel en hier op Gods wijze mee omgaan, kan door Christus, Die ons kracht geeft.
Het is belangrijk om deze verzen te lezen in de context van de brief. Als je kijkt naar de kernthema’s van deze brief, dan roepen Paulus en Timotheus op om te leven in gehoorzaamheid aan God en in dienstbetoon aan de ander; en wanneer we hierin tekort schieten, mogen we vertrouwen op de genade door het volmaakte offer van Jezus Christus. Wat een vertrouwen mogen wij – die ons dagelijks leven 24/7 toewijden aan het zorgen voor anderen – daaruit putten! Door de kracht van Christus zijn wij in staat om te midden van al het harde werk, de vernedering en bespotting, toch Godvrezend te reageren. Niet voor niets zegt God in Jesaja 40:31: “maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden”.
En hierin kunnen we elkaar ook ondersteunen. Want slechts twee verzen eerder in Filippenzen 4 lezen we:
En ik ben zeer verblijd geweest in de Heere dat uw denken aan mij eindelijk weer opgebloeid is; u hebt ook wel steeds aan mij gedacht, maar u hebt de gelegenheid niet gehad om het te tonen. Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer. (Filippenzen 4:10-11)
We mogen aan elkaar denken en naar elkaar omzien. Altijd met gebed; waar het kan met een luisterend oor en een meedenkend hart; en soms met praktische hulp. Laten we niet alleen betrokken zijn op de kinderen die ons zijn toevertrouwd, maar laten we ook betrokken zijn op elkaar als gezinshuis- en pleegouders. Dus als je je weer eens vernederd of bespot voelt, zoek de ander op. Creëer met elkaar een gemeenschap waarin we elkaar mogen en kunnen ondersteunen. Want door betrokken te zijn op elkaar, door elkaar en onszelf bij God te brengen, mogen we Gods kracht ontvangen.
In Zijn kracht, is niets onmogelijk!